Foto's en verhalen

Tag: AtlasderNeederlanden (Pagina 1 van 2)

Atlas der Neederlanden

Op een apart blog  volg ik de ontwikkelingen rond de Atlas der Neederlanden (AdN): een verzameling oude kaarten van wat wij nu als Nederland zien. De AdN is geen atlas zoals de Bosatlas. Dit is een historische verzameling van kaarten uit verschillende perioden, voor verschillende doeleinden, en met verschillende afmetingen. In 2013 bestaat het Koninkrijk der Nederlanden  200 jaar (in 1813 kwam een einde aan de Bataafse Republiek) en dan komt er een tentoonstelling rond de Atlas der Neederlanden.

De AdN is de afgelopen tijd gerestaureerd en gedigitaliseerd. En bovendien wordt er ook een facsimile van de AdN gemaakt. Dat is een buitengewoon ingewikkelde klus. Hij gaat gedrukt worden bij drukkerij Zrinski in Čakovec, een stadje in het noorden van Kroatië en de deskundigen Željko Strbad en Goran Tišljarić zijn overgekomen uit Kroatië om de kaarten op te meten. Niet alleen de buitenmaten, maar ook de marges en de wijze van vouwen. Kaart voor kaart wordt in de juiste volgorde onder de loep genomen, ook de kaarten die (tijdelijk) uit hun band verwijderd zijn. Per band wordt een dummy gemaakt zodat de drukkers straks weten hoe de facsimile in elkaar gezet moet worden. Bij de gecompliceerde vouwen (waardoor bij het openvouwen makkelijk beschadigingen kunnen ontstaan), wordt ook gekeken of er een betere manier is. Ze zijn er dagen mee bezig.

Voorbespreking met drukkers, uitgever, en deskundigen van de UvA (foto van Wim van Stormbroek).

 

Goran Tišljarić noteert de maten.

 

Željko Strbad meet de binnenmaat van een kaart.

 

‘Navouwen’ naar aanleiding van de oorspronkelijke scans van de UvA.

 

 

 

 

 

Željko Strbad (met bril) en Goran Tišljarić
Dummy deel vier en voorbeelden van losse kaarten van deel vijf.

Goudestein en een deel van de Heerlijkheid van Maarsseveen in 5 bladen, ca. 1690

Goed nieuws: de facsimile uitgave van de Atlas der Neederlanden gaat definitief. Dat is te danken aan de voorinschrijving van particulieren. Overheidsinstellingen – die toch voor een relatief bescheiden bedrag een schitterend relatiegeschenk zouden hebben voor bezoekende staatshoofden, Captains of Industry en andere belangwekkende lieden, houden zich nog geheel op de vlakte. Terwijl je de Atlas in huis kunt hebben voor minder dan een nieuwe Fiat Panda.

Om deze particuliere geldschieters te eren, heb ik een kaart uitgekozen waarin de 17e-eeuwse gefortuneerde medemens een prominente rol speelde:


Dit is 1 kaart in 5 bladen (4 kaartbladen + 1 blad met koptitel in banderolle) van het ‘buiten’ Goudesteyn en een deel van de Heerlijkheid van Maarsseveen. Het is een handgekleurde kopergravure. Elk blad is 45 x 59 cm, het geheel meet 90 x 118 cm. In de Atlas kun je de vijf kaarten bekijken, gekleurd alsof ze gisteren gemaakt zijn. Hier heb ik ze digitaal ook aan elkaar geplakt. De eigenaar van Goudesteyn, regent Joan Huydecoper de 2e (1625-1704) was de opdrachtgever voor de kaart.
Jan Werner, die alle kaarten van commentaar voorziet, schrijft: “De ‘Aenwysinge’ van de buitens op deze kaart van Maarsseveen maakt direct duidelijk dat we langs dit stukje Vecht met een grote dichtheid aan buitenplaatsen te maken hebben.” De eigenaars van buitens met schilderachtige namen als Otterhsbergh, Otterspoor, Heremitagie, Silversteyn, Int Gras en Elfenburgh hebben ongetwijfeld (financieel) bijgedragen aan de totstandkoming van deze kaart.

De Huydecopers waren geen kleine jongens: sinds 1640 heer van Maarsseveen en Neerdijk. Huydecoper was onder meer bewindvoerder van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en meermalen burgemeester van Amsterdam, ook al is er daar geen straat naar hem vernoemd.

Werner vervolgt: “De spectaculaire plaat van zijn eigen huis neemt vrijwel het gehele eerste blad van de kaart in beslag en laat weinig twijfel bestaan over wie hier een stempel op de omgeving drukte. De ets door Philibert Bouttats (geb. ca. 1654) is vervaardigd naar een schilderij van Jan van der Heyden (1637-1712), dat tegenwoordig te vinden is in Apsley House, Wellington Museum, Londen.”

“We zien de nog vrij landelijke buitenplaats in zijn laat-zeventiende-eeuwse glorie …) De fraaie prent links boven compenseert de bescheiden presentatie van Goudestein op de kaart, niet in opstand, maar orthogonaal, recht van boven, als een simpel rechthoekje. Als we de fraaie randversieringen even buiten beschouwing laten is de kaart zelf heel zakelijk. Alleen Maarssen zelf, rechts onder, wordt enigszins schilderachtig weergegeven, maar in dit geval juist niet correct. (…) Het is duidelijk dat de zakelijkheid van de kaart zelf volledig ingepakt is door de rijkelijke, barokke, zinnebeeldige versieringen eromheen. (…) De landelijke- en jachttaferelen rechts en onder laten meer landschappelijk reliëf zien dan we ooit in deze streek zullen aantreffen. Het kompas rechts levert een merkwaardig gezichtsbedrog op. De hoofdwindstreken staan netjes haaks op elkaar, terwijl het toch als object in 3D getekend is.”

“Het is nauwelijks te merken dat de kaart in de Atlas der Neederlanden niet geheel compleet is, ook al zijn alle bladen aanwezig (…). Langs de buitenrand van het geheel, behalve bovenlangs, hoort namelijk nog een vrij strakke band met een symmetrisch motief van hoofdzakelijk bladeren zichtbaar te zijn, als onderdeel van de kaartgravure.”

“Nauwkeuriger beschouwing laat zien dat de kaart langs de hele rand waar die versiering aanwezig had moeten zijn is afgesneden. Kennelijk zou de kaart net iets te groot of niet goed van verhouding voor de atlas zijn geweest en is die net iets te brede sierrand verwijderd. Omdat hij daardoor juist weer iets te klein voor het atlasformaat werd zijn de bladen opgeplakt op een stevig vel papier dat wél conform de meest gebruikelijke kaartafmetingen in de atlas is.”

Het uiterlijk van Goudesteyn – inmiddels Goudestein – is inmiddels flink veranderd. Maar het is nog steeds een populaire plek.

Een gedeelte van de heerlyckheyt van Maerseveen / J. van der Heyden pinsit ; Phi. Bouttats schulp. Schaal [ca. 1:3.000]. [S.l. : s.n., ca. 1690].

 

De draad weer opgepakt


Een tijdje heb ik niet over de Atlas der Neederlanden geschreven. Maar nu pak ik de draad weer op. Wat is er sinds eind augustus allemaal gebeurd?

De grote restauratieronde is klaar. Alle kaarten zijn schoongemaakt, vlekken zijn, waar mogelijk, verwijderd, scheuren zijn geplakt, rillen platgestreken en rafelige randjes verstevigd. Sommige kaarten zijn (nog) niet teruggezet – die gaan gebruikt worden op de tentoonstelling in 2013. Alle kaarten zijn door de firma Pictura Imaginis in hoge resolutie gefotografeerd en dus gedigitaliseerd.

Omdat er van de Atlas een facsimile uitgave komt, wordt aan de kwaliteit van het beeld zeer hoge eisen gesteld – veel hoger dan wanneer de beelden voor studiedoeleinden in een digitale beeldbank worden opgeslagen. Van de ongeveer 600 gedigitaliseerde kaarten zullen er zo’n 80 opnieuw gedaan moeten worden. Bij sommige kaarten kan met een iets andere belichting voorkomen worden dat er hinderlijke schaduwtjes van rillen en vouwen te zien zijn. En sommige kaarten zijn alleen perfect in beeld te brengen als ze je ze eerst uit de band haalt. Mogelijk komt er daarom ook een kleine tweede restauratieronde, waarbij specifieke vouwtjes gladgestreken moeten worden voordat de kaart weer gefotografeerd kan worden. Dat gaat de komende maanden gebeuren.

Conservator Jan Werner heeft ondertussen heel hard doorgewerkt. Over bijna alle kaarten is nu een begeleidende tekst. De eerste helft van het 2012 gaat hij verder met gegevens verifiëren, de teksten op elkaar afstemmen, en het geheel finetunen. Dan kan ook begonnen worden aan zaken als index, en als het liefst ook een bladindex. Dat is een overzichtskaart die aangeeft waar kaarten van zijn, en op welke bladzijde je ze kunt vinden. Zoals deze:


Leuke klus voor een stagiair!

Even rechtzetten

In een ander blog (over de restauratie van de Atlas der Neederlanden) gebruikte ik enige tijd geleden de term ‘uit grootmoeders tijd’ in verband met het gebruik van stijfsel als lijm bij het restaureren van scheuren. Ik vond het grappig dat er geen super-moderne-sophisticated-hi-tec materialen werd gebruikt, maar iets waarmee mijn oma nog de overhemdboorden mee verstevigde.

Deze opmerking schoot de restauratoren echter in het verkeerde keelgat. De buitenwereld, vinden zij, koestert bij boekrestauratie toch al vaak het totaal misplaatste, romantisch beeld van een leuk ambachtelijk beroepje waar men er – als ware het een fröbelschooltje – vrolijk op los knipt en plakt.

Niets is minder waar.

De afgelopen 25 jaar heeft de kwaliteit van de opleiding en de status van de restaurator juist een enorme progressie doorgemaakt. De generalisten van toen hebben plaatsgemaakt voor de specialisten van nu. En dat zijn mensen die hun vak wetenschappelijk benaderen. Papierconservator Nicole van der Sterren van Lingbeek Papierrestauratie – speciaal ingehuurd voor het werk aan de Atlas – vertelt dat het accurater is om te stellen dat het met plakband werken iets uit grootmoeders tijd is.

Plakband lijkt een tijdje prima, maar het laat na 5 of 10 jaar los omdat de lijm in het papier trekt (of: migreert) en daar voor een geelbruine verkleuring zorgt. Die de restaurator er dan weer uit moet zien te halen. Restauratoren zijn in de loop der jaren eigenlijk steeds voorzichtiger en conservatiever geworden in hun werk.

De huidige keuze (voor Japans papier en stijfsel) is voor een methode die al honderden jaren oud is – hier kunnen we dus beter over iets uit bet-bet-bet-bet-bet-overgrootmoeders tijd spreken. Maar de keuze is daarop gevallen na uitgebreid onderzoek van heel veel materialen. De Japanse methode kwam daarbij als beste uit de bus: de reparatie is reversibel, want je kunt het aanbrengen, maar ook weer weghalen, zonder dat het oorspronkelijke papier daaronder lijdt. Zowel papier als lijm zijn is elastisch genoeg om mee te geven met de werking van het papier.

Dat er over iets ogenschijnlijk simpels als stijfsel heel goed wordt nagedacht, blijkt onder meer uit dit artikel.

Zo uitgebreid heeft mijn grootmoeder dat niet onderzocht.

Rotterdam van voor de zondvloed

Dat Rotterdam al ver voor 1950 een indrukwekkende skyline had blijkt uit deze kaart, gemaakt door T.G.Meijbaum, Ing. Extraordi in 1773. Deze kaart is een getekende kopie van een kaart die de situatie in Zuid Holland weergeeft van vóór onze eigen zondvloed, de St Elisabethsvloed van 1421.
Meer over deze kaart en de restauratie daarvan is te vinden in het blog over de Atlas der Neederlanden.

Maar wat is toch dat rondje? Elke stad op deze kaart die iets voorstelt (Rotterdam, Dordrecht, St Geertruidenberg) heeft er één. Een waterrad?

Atlas der Neederlanden: De Grote Schoonmaak

De externe second opinion heeft zijn zegen gegeven en een belangrijk moment is aangebroken: De eerste echte conserverende behandeling voor de Atlas der Neederlanden begint met een grondige droge poets. En ik mag erbij zijn.

De eerste schoonmaak moet droog gebeuren, want technieken waarbij water komt kijken kunnen pas worden ingezet als het papier (zoveel mogelijk) schoon is. Als je een scheur plakt, gebruik je daar water bij. Wanneer er dan nog vuil rond de scheur zit, trekt het met ’t water mee in het papier en dan krijg je het er nooit meer uit.

Droogpoetsen dus. Op 17 januari 2011 begint restaurator-in-opleiding Judith Geerts met het eerste blad van de eerste band van de Atlas. Daarvoor heeft zij drie wapens:

Kwast..

.. Spons..

.. Gummetje!

Geen gewoon gummetje natuurlijk. Alleen Magic Rub is goed genoeg.

Beginnen:
Blad 1 van band 1. Eerst wordt los vuil weggeveegd, van binnen naar buiten.

Daarna wordt met stukjes spons het papier schoongeveegd of -gewreven. Niet met een gewone huis-tuin-keukenspons, dit is een roetspons, van gevulcaniseerd rubber. Als het stukje aan alle kanten te vuil is, snij je een nieuw stukje af van de grote spons.

Effectief

Er komt behoorlijk wat af: het vuil wat nu op de spons zit, kwam van het stuk van de pagina tussen de twee groene pijlen.
De pijlen zijn uiteraard op de foto aangebracht, niet op het papier. Maar als je goed kijkt (klik anders op de foto voor een vergroting), kun je zien dat het behandelde stuk een stuk schoner is dan het nog niet behandelde papier.

Tenslotte komt het vlakgom aan de beurt om duidelijke vlekjes weg te halen, of even te kijken of het makkelijk te verwijderen is. Dit is geen cosmetische maar een wetenschappelijk schoonmaak. En je gaat ook geen uren aan 1 pagina besteden als er meer dan 600 kaarten te doen zijn.

Om de potloodaantekeningen van eerdere bibliothecarissen wordt zorgvuldig heengepoetst.

En zo gaat het verder – blad na blad, band na band. En als je geluk hebt, kun je de restaurator bezig zien in het sousterrain van het gebouw van de Bijzondere Collecties van de UvA..

Oude landkaarten


 

 

 

 

 

 

Omdat ik het vaak heb over de restauratie van de Atlas, is het makkelijk om te vergeten hoe goed de staat van de ingebonden kaarten eigenlijk is. Vuil, scheurtjes, daar moet wat aan gebeuren. Maar als zo’n kaart niet ingebonden was maar ergens aan de muur had gehangen, was de schade onvergelijkbaar erger geweest.

Dit wordt mooi geillustreerd met deze twee kaarten van ‘T Hooghe Heymraedtschap vanden Lande van Woerden. Allebei uit 1739.
Die landkaart bestaat uit negen bladen. Bij de ene kaart zijn deze aan elkaar geplakt en heeft de kaart vele tientallen jaren aan de muur gehangen. Echt iets geworden waarvan je zegt ‘nou je kan wel zien dat die heel oud is, daar moeten we zuinig op zijn.’

De negen bladen van de andere kaart hebben tweehonderd jaar opgeborgen gezeten in de Atlas der Neederlanden. Prachtige kleuren. Fonkelnieuw. Die bladen zijn gedigitaliseerd zijn en daardoor is het mogelijk om ze in Photoshop aan elkaar te zetten, zodat je de kaart te zien zoals hij bedoeld is.

Bijzonderheden: De schaal van ‘T Hooghe Heymraedtschap vanden Lande van Woerden (1739) is ongeveer 1:17.000, en hij is gemaakt door Johannes, Justus en Davidt Vingboons. De inhoud dateert van 1670. De druktechniek is kopergravure, bestaande uit 9 bladen, elk blad 43 x 53 cm. De omvang van de hele kaart is 129 x 159 cm. Hij is handgekleurd, en heeft rondom de wapens van het Hoogheemraadschap, Willem van der Hoeven, Jacob vander Meer, Adriaen Jacob vander Does, Cornelis Jan van Nellesteyn, Cornelis van Ewyck, Gerard Beelaerts, Joan George Stierling. Signatuur UB : Kaartenzl: W.X. 009

 

Atlas der Neederlanden



voorzijde en achterzijde

Even verwijzen naar mijn andere blog: de Atlas der Neederlanden. Inmiddels is de inventarisatie van de schade begonnen (deel voor deel, bladzijde voor bladzijde), en het lijkt mij aardig iets te laten zien van wat je daarin zoal tegenkomt.

Dit is een geval van kopervraat, veroorzaakt door het koper in de groene inkt. Het vreet zich een weg door het papier en kan het uiteindelijk (vooral als de vochtigheidsgraad te hoog is) zelfs vernietigen. De kaart is van de omgeving van Geervliet (Zuidholland), vlak onder de A15.

Atlas der Neederlanden


Dit Inpolderplan van de Haarlemmermeer door Jacob Bartelsz Vernis uit 1641 is nooit uitgevoerd. De aarzeling van de bestuurders om dit geometrische rooster van dijken en polders over het waterrijke gebied te pleuren had te maken met het verzet van vissers, de enorme kosten die de inpoldering met zich mee zou brengen, maar ook met de vrees in Amsterdam, Leiden en Haarlem dat het vervoer tussen deze steden over het water door de inpoldering ernstige hinder zou ondervinden.

In de hoeken van de kaart zie je de stedelijke hoofdrolspelers liggen: rechtsonder Amsterdam, rechtsboven Haarlem, Leiden linksboven.
Dit plan is verluchtigd met een gedicht van Vondel, waarin de Landleeuw de strijd aangaat met de even mythologische als wrede en gluiperige Waterwolf – en uiteindelijk natuurlijk triomfeert. De Haarlemmermeer werd uiteindelijk ingepolderd tussen 1849-1852, meer dan twee eeuwen later.

« Oudere berichten

© 2025 Hannah van Herk

Boven ↑