Strijken wordt een uitdaging – de strijkplank werkt op de katten als een magneet. Het schone textiel, de warme straling van het strijkijzer: onweerstaanbaar.
Tag: Chick en Chucky (Pagina 2 van 6)
Chicky holt met een alarmerend miauw het huis in om mij haar nieuwe muis te laten zien. Ik pak mijn camera en zwiep ze allebei naar buiten. Zoals verwacht gaat ze met de muis ballen in het gras. Uiteindelijk bevalt me de foto waarin muis en kattenkop buiten beeld zijn gesprongen het beste. Hij is energiek en toch vrolijk. Zo is Chicky bijna een kangoeroe.
Chucky klom vanochtend via een dakraam naar de dakgoot en verdween om de hoek naar de voorkant van het huis.
Na een kwartiertje ging ik kijken waar hij zat. Chucky was van de dakgoot op de bovenkant van een luik gesprongen, op weg naar een richel waar een paar kauwtjes zaten. De vogels keken geinteresseerd toe hoe Chucky van het ene luik naar het andere sprong. De bovenkant van de luiken is erg smal. Zelfs voor een lenige kat is het moeilijk om zich om draaien. Er was dus niet echt een weg terug.
De luiken horen bij de ramen van de opkamer – een soort entresol – die zelf ruim vier meter hoog is. De kans dat Chucky bijna zes meter naar beneden zou smakken op het grint was groot, dus wij besloten tot een reddingsoperatie. Chucky zelf zat er nog niet zo mee. Hij was nog niet zo jammerlijk aan het miauwen zoals hij wel eens doet als hij in een boom is geklommen waar hij niet meer uit durft.
De kauwtjes besloten te vertrekken. Chick kwam rellerig aangerend, klom zelf eerst vijf sporten van de ladder op en sprong vandaar naar de vensterbank om het allemaal van dichtbij te kunnen volgen. Inge besteeg de ladder, greep Chucky in zijn nekvel en daalde af met een snorrende kat in haar rechterarm.
De ladder laten we nog maar even voor het huis liggen.
Vanochtend wakker geworden door energiek gespin bij mijn oor. Toen ik mijn hoofd opzij draaide en mijn ogen opende zag ik een donker stukje staart dat afstak tegen het halfduister van de ochtendschemering; Chick had een prooi meegenomen. Ongeveer een seconde later stonden wij alledrie naast het bed: twee eruit geschopt en eentje zelf gesprongen.
Iets later heb ik de doodgebeten diertje op de foto gezet (liggend op de Groene Amsterdammer): gele tandjes, een prachtige vacht, ogen niet zozeer aan de zijkant maar aan de bovenkant van het kopje. Ik denk dat het een jonge rat is.
Na drukke weken met achterlijk veel reizen in Europa waren er achterlijk drukke weken in Amsterdam vol drama – gelukkig niet de mijne, maar het leven begon wel een beetje als laatste benen/wenkbrauwen estafette te voelen. Hoog tijd om te chillen, dus.
Chick ’n Chucky lijken hier wat dat betreft het goede voorbeeld te geven met deze kattenversie van voetjes van de vloer. Dat is echter slechts schone schijn want ze hebben hier ordinair ruzie over wie er in het nieuwe hangende kattenmandje mag.
Wie erin ligt kan weliswaar makkelijk beslopen worden, maar verkeert wat de verdediging betreft duidelijk in het voordeel. Ook deze aanval van Chuck werd door Chicky afgeslagen.
Hoe warm zou het zijn in Birma? Tropisch, vermoed ik. Chick & Chucky, warmbloed Burmezen, blijken in elk geval dol op de sauna. Vooral als-ie aan staat.
De eerlijkheid gebied om te melden dat deze foto is genomen toen de kachel weer uit was. Bij hogere temperaturen liggen ze lager. Maar ze lagen er nu in totaal toch al een half uur in. En als je ze buiten de deur zette, begonnen ze met een pootje aan de deur te krabben omdat ze weer naar binnen wilden.
In de achttiende eeuw gingen jonge mensen uit bevoorrechte families op reis om hun opvoeding af te ronden: de grote tour. In de eenentwintigste eeuw gaan sommige poezen op reis ten behoeve van een allround educatie.
Chick en Chucky maakten van de week een zeereis – nou ja, een tochtje op het Slotermeer. Een kleine stap voor de mens, maar voor het gepoeste een uitdaging van heb-ik-jouw-daar.
C&C waren vrij snel redelijk op hun gemak. Ze verkenden de boot van binnen en buiten, liepen voorzichtig over het gangboord en keken geboeid naar de vogels die op het spiegelgladde water dobberden. Maar toen de boot de steiger naderde, sprongen ze allebei, zonder het aanleggen af te wachten, met een elegante sprong aan land – over zeker een meter water. Om daarna opgewonden heen en weer door de tuin te galopperen. Ja, ze zijn slim genoeg om niet in het water te vallen of natte pootjes te halen. Maar zeerotjes worden het denk ik niet.
Dit muisje heb ik gered uit de klauwen van Chucky, die zich – net als zijn zus – tot een ware seriemoordenaar heeft ontpopt. De ene spits- na de andere veldmuis moet eraan geloven. Soms zelfs een vrij grote soort, die ik voor het gemak maar een korenwolf noem. Een beschermde diersoort die in Friesland niet voorkomt. Nee, niet meer.
Gisteren lag er een halve muis op de gang, de andere helft lag een paar meter verderop: uitgebraakt. Kennelijk eten ze de muizen niet meer op, maar ze spelen er nog wel mee. Dat is een rotgezicht en af en toe grijp ik dan toch in.
Deze jongeling heb ik uit de klauwen van Chucky gered, terwijl Chick geinteresseerd zat toe te kijken. (De regel is: wie ‘m vangt, mag ermee spelen).
De poezen namen mijn ingrijpen laconiek op. Op de achtergrond zijn ze vaag te zien, profiterend van de schaduw van de heg. Als ze willen hebben ze over een paar minuten een ander exemplaar.
Recent Comments