Ik had me het wat lichter voorgesteld, maar het kastje staat! De houtolie, hoewel kleurloos van zichzelf, maakte die delen die al een beetje donker waren nog veel donkerder, zodat het er nu wat duister uitziet, mijn Weeshuis voor enkele sokken. Om het wat op te vrolijken heb ik een vrolijke sok over de rand geslingerd, en dat helpt wel een beetje. Wat nog meer gaat helpen (dat is althans het plan) is zonlicht.

 

Zodra we weer wat fatsoenlijk zonlicht hebben, gaan het Opvanghuis zonnebaden, tot het een paar graden is opgelicht. Want mensenhuid wordt bruingebakken, maar al het andere bleekt lekker op. Tegen de tijd dat de zomer hier is, zal het Opvanghuis voor Verweesde Sokken een opgewekt lichte houtkleur hebben. Het was leuk om te doen – al heb ik geloof ik nog nooit zoveel geschuurd in mijn leven.

 

Het is een heel ander gezicht dan het vorige kastje, een brave halfwas Billy van IKEA, dat na jaren trouwe dienst gaat verhuizen naar mensen die er hopelijk ook nog jaren plezier van zullen hebben.

Omdat het Opvanghuis aan de bovenkant een beetje breder is dan de ruimte tussen de twee lichtschakelaars, heb ik er aan de achterkant twee stukjes uitgefreest. De schakelaars zijn nog steeds bruikbaar en je ziet ze gelukkig zelfs wat minder dan voorheen.

Het volgende project is minder artistiek maar een stuk ambiteuzer: de traprailing vervangen. Daarbij kan de intuïtie worden opgeborgen bij de Verweesde Sokken worden opgeborgen: bij de trap gaat het om meten en rekenen,