Zomer, herfst, winter, lente: in Dorpstraat ons dorp gaat het voederen der vogels gewoon door.
Als de kauwtjes bezig zijn, wagen zich geen andere vogels op het balkon. Maar die zijn kennelijk even voldaan en nu zien de mussen hun kans schoon.
Foto's en verhalen
Mijn ouders zijn uitgenodigd voor een bijeenkomst met deskundigen. Het gaat over hun toekomst – of ze nog in het verzorgingstehuis kunnen blijven. Er is veel zorg nodig, men kan het aan – maar nog maar net. Wij zitten aan tafel met de heren Huisarts, Eerstverantwoordelijke verzorger, Maatschappelijk werker, Geriaterdeskundige/verpleegtehuisarts. Voor het evenwicht heb ik onze eigen, nieuwingehuurde ‘zorgmakelaar’ meegenomen. Onze gids in de jungle die gezondheidszorg voor ouderen heet. Voor mij is dat een verademing. Iemand waarvan je weet dat-ie aan jouw kant staat en die ook het klappen van de gezondheidszweep kent.
We zijn allemaal omzichtig, zorgvuldig en vriendelijk. Ja het is moeilijk, nee jullie hoeven nog niet weg. Maar het is goed om na te denken over wat we gaan doen als het verzorgingshuis het niet meer aankan.
En: we gaan zelf mensen inhuren voor activiteiten, want de verzorgers van het tehuis werken zich een slag in de rondte en kunnen dit er niet bij doen. En mijn ouders passen niet echt in het profiel van de gemiddelde bewoner, en ook niet zo goed in de groepsactiviteiten die worden geboden. Mijn ouders zwijgen meestal. Als er een stilte valt, kijkt mijn vader de tafel rond en zegt bedachtzaam. ‘Het is niet eenvoudig.’ Mijn moeder zegt dat ze het allemaal niet weet.
Uitgeput gaan we weer terug naar de kamer. Zal ik wat muziek opzetten? vraag ik. Dat is een goed idee. ‘Iets vrolijks’, zegt mijn vader. Mijn moeder beaamt dit.
‘Wat wil je horen? Haydn? Vivaldi?’
‘Vera Lynn,’ zegt mijn vader.
Mijn moeder in de kamer met de nieuwste aanwinst. Of motormuis gaat rijden op een Harley. Maar dit is geen Harley maar een ‘Sara 3000’ (‘Sara 2000’ is zoooo pre-milennium) is in hip lila en 1 persoon kan ‘m bedienen. We beginnen echt een indrukwekkend wagenpark bij elkaar te sprokkelen.
Mijn moeder – die zich ooit schaamde voor haar stok en daar pas mee ophield toen ze zich schaamde voor haar rollator, waar ze pas mee ophield toen ze zich schaamde voor haar rolstoel, blijft er nu stoicijns onder. ‘Ik ga waterskieën,’ zegt ze, en zet zich schrap.Om de ruggen van het verplegend personeel te sparen is het verrijdbare apparaat in de douche gestald. Daar wordt het vandaan getoverd om mijn moeder in een handomdraai uit haar dagelijkse stoel te tillen.
Het oogt een beetje als een fitness apparaat vind ik, maar mijn vader heeft het apparaat ‘de olifant’ gedoopt.
‘Er zit geen slurf aan,’ zeg ik. Dan is het nog eerder een edelhert. Maar het apparaat heet nu ‘de olifant’ en dat gaat zo blijven.
Gisteravond met mijn ouders de feestelijke Presentatie bijgewoond door het verzorgend, activiteitenbegeleidend en het huishoudelijk personeel van verzorgingstehuis De Vier Dorpen. Het veranderingtraject dat de medewerkers waren ingegaan kwam erop neer dat men de bejaarde mens als gehele mens en niet alleen als patient wil zien en behandelen.
Er werden sketches gedaan (getuige de foto) en wij keken ernaar vanaf tafels in de grote zaal, met een glaasje wijn en een bakje cashewnoten.
Rechts van mij zat een hoogbejaarde dame uit een belendende aanleunwoning. ‘Ik heb een herinnering aan uw vader,’ zei ze. ‘Niet echt een leuke herinnering – jaren geleden viel mijn vader, die bij ons logeerde, opeens achterover dood neer in de huiskamer. Op de salontafel. Overal glas. Enfin. Onze huisarts was er niet, uw vader verving hem. Mijn vader lag daar met z’n bril scheef en uw vader haalde die bril van mijn vaders gezicht en en zei “die heeft hij nu niet meer nodig.” ‘Hij zei het niet naar of zo, eigenlijk heel vriendelijk. En pas op dat moment realiseerde ik me dat hij echt dood was. Maar die bril heb ik nog steeds.’
Je gaat op reis en je neemt mee… twee rollatoren en een rolstoel naar een appartement dat que oppervlakte minder dan een kwart is dan het huis waar je 49 jaar hebt gewoond. Waarbij de oude vertrouwde meubelen ruimte moet maken voor alle hulpmiddelen die je inmiddels nodig hebt en voor de verzorgenden bij je bed. En dan wil je daar verder ook nog je kont kunnen keren.
Je thuis verruilen voor een verzorgingshuis is als een emigratie. Weg uit de vertrouwde omgeving en de mensen die je daar verzorgen, naar twee nieuwe kleine kamers en een ander team dat je uit bed haalt en erin stopt, eten brengt, fysiotherapie, dagbesteding.
En op een ander niveau is het ook een uitdaging om de inrichting van het nieuwe huis een verbetering te laten zijn ten opzichte van de oude situatie. Er is weliswaar niet veel ruimte voor de vertrouwde meubels, maar wel voor de vertrouwde muziek, de Friesche staartklok, de schilderijen, de mooie voorwerpen die in het oude huis wegvielen tussen alle andere dingen maar hier – op vensterbank, in verlichte nissen van het wandmeubel, op het tv dressoir – juist tot hun recht komen.
Bovenstaande plattegrond is een mogelijkheid. Rollator, rol- en postoel zijn makkelijk te verplaatsen. Ruim baan voor gangpaden en toegankelijkheid slaapkamer. Oude dikke televisie wordt flatscreen, en een tweede tv in de slaapkamer kan aan het plafond worden gehangen (en staat zo dus niemand in de weg). Tafel is deels uitklapbaar. Rolstoel kan – wanneer niet nodig – vlakbij in de douche/wc gestald. Kort bezoek kan op de stoel bij de tafel, en voor langer en talrijker bezoek kunnen inklapbare stoelen worden gebruikt die anders op het balkon staan.
De kogel is door de kerk & de sleutel van het nieuwe echtparen-appartement van de Vier Dorpen in handen. Nu kunnen we los. Lees verder
© 2025 Hannah van Herk
Recent Comments